Financiering
In de dienstverleningsovereenkomst met de BNG Bank is het liquiditeitenbeheer opgenomen. Een tekort aan middelen kan hierdoor op voordelige wijze worden geleend zonder risico voor de gemeente. Met behulp van de periodiek bijgestelde liquiditeitenplanning wordt inzicht verkregen in de financieringsbehoefte.
Ontwikkeling liquiditeitspositie
Op basis van geactualiseerde liquiditeitenplanningen worden de wijzigingen in de uitgaande en inkomende geldstromen opgevangen binnen de ruimte van de kasgeldlimiet. Als gevolg van de ontvangen middelen aandelenverkoop Eneco in maart 2020 is gedurende het grootste deel van het jaar de financieringsbehoefte en liquiditeitspositie in control gebleven. Eind 2021 nam de druk op de financieringspositie van de gemeente weer toe door aflossingen op geldleningen en het investeringsvolume voor met name wegen en riolering. Vanaf 2021 zal de liquiditeitspositie ondanks het op gang komen van de invorderingstermijnen gemeentelijke belastingen en de ontvangsten van de jaarlijkse uitkering uit het BTW-compensatiefonds per 1 juli onder druk blijven staan. Dit zal een negatieve uitwerking hebben op de schuldpositie van de gemeente.
In 2021 is de schuldpositie voor langlopende geldleningen met € 1,15 miljoen gedaald.
Leningenportefeuille
Aangegane langlopende geldleningen | 2021 |
---|---|
Leningenbestand per 1 januari 2021 | 21.500.000 |
Reguliere aflossing | 1.150.000 |
Vervroegde aflossing | 0 |
Nieuw aangetrokken leningen 2021 | 0 |
Leningenbestand per 31 december 2021 | 20.350.000 |
Financieringspositie
Gemeentefinanciering heeft betrekking op de financiering van de organisatie voor de lange termijn. Zodra de financieringsmiddelen (de reserves, voorzieningen en opgenomen geldleningen) lager zijn dan het totaal van de boekwaarde van de investeringen, inclusief voorraden, is dit een teken dat de gemeente een vaste geldlening moet gaan aantrekken.
(bedragen x € 1.000) | 1-1-2018 | 1-1-2019 | 1-1-2020 | 1-1-2021 | 31-12-2021 |
---|---|---|---|---|---|
Eigen vermogen | 30.259 | 29.720 | 25.603 | 38.429 | 39.266 |
Voorzieningen | 3.654 | 3.321 | 3.375 | 3.453 | 4.371 |
Opgenomen geldleningen | 29.950 | 28.800 | 22.656 | 21.507 | 20.361 |
Totaal financieringsmiddelen | 63.863 | 61.841 | 51.634 | 63.389 | 63.998 |
Vaste activa | 61.476 | 61.459 | 57.306 | 57.276 | 60.289 |
Voorraad grond | 0 | 0 | 0 | 71 | 243 |
Totaal activa en gronden | 61.476 | 61.459 | 57.306 | 57.347 | 60.532 |
Saldo financiering | 2.387 | 382 | -5.671 | 6.042 | 3.466 |
In 2021 was gedurende het gehele jaar sprake van een financieringstoverschot eindigend op een overschot van ca. € 3,5 miljoen. Het eigen vermogen is als gevolg van het jaarrekeningresultaat 2020 verder toegenomen en de schuldpositie is door reguliere aflossingen van langlopende geldleningen verder gedaald. Daartegenover is het geactiveerd vermogen met ca. € 3 miljoen toegenomen.
Door de voortgang van de onderhanden en geplande investeringsprojecten zal het financieringsoverschot op termijn weer omslaan in een tekort. Om die reden zal de komende periode de druk op de schuldpositie c.q. de leningenportefeuille weer toenemen. Uw raad heeft met de nota 'Bloemendaal duurzaam financieel houdbaar' een extra sturingsinstrument in handen om de schuldpositie te blijven beheren. In de nota zijn kaders opgenomen ten behoeve van de confrontatie tussen enerzijds investeringswensen en anderzijds het beoogde schuldniveau. Deze kaders geven ondersteuning aan de integrale besluitvorming en het beheersbaar houden van de schuldenlast. De gemeente moet op het EMU-saldo kunnen sturen en op een beheersbaar schuldniveau voor de komende jaren. Er is onder meer besloten om te streven naar een bruto schuld van € 20 miljoen (solvabiliteit = 50%) waarbij de schuldpositie niet verder mag oplopen dan maximaal € 40 miljoen. Onroerend goed wordt waar mogelijk (versneld) verkocht en de opbrengsten worden gebruikt om schulden af te lossen.
Rentekosten
Het aantrekken en verstrekken van geldleningen betreft een treasury-activiteit waaruit respectievelijk rentelasten en rentebaten voortvloeien die worden verantwoord op het taakveld Treasury. Het saldo van deze rentelasten en -baten wordt aan de taakvelden toegerekend met behulp van een renteomslag. Rente van leningen die specifiek zijn aangetrokken voor een project of (door)verstrekking (=projectfinanciering) en rente aan grondexploitaties blijven buiten de omslagberekening. Dit geldt ook voor de rentevergoeding die evt. berekend wordt over het eigen vermogen en/of de voorzieningen. Het BBV laat een dergelijke rentevergoeding toe. Echter vanwege het verlangde inzicht, de eenvoud en transparantie is ervoor gekozen deze systematiek niet meer toe te passen. Verder heeft de gemeente geen projectfinancieringen aangetrokken.
De omslagrente wordt berekend door de aan de taakvelden toe te rekenen rente te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa die integraal zijn gefinancierd. Het resultaat is een omslagpercentage van ca. 0,661% t.o.v. de begrote 0,742% en is gebaseerd op de in het verleden afgesloten en toekomstige af te sluiten vaste geldleningen. De rente is laag als gevolg van lagere rentes op de kapitaalmarkt.
In het volgende schema wordt inzicht gegeven in de werkelijke rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening.
Renteschema: | in € | ||
---|---|---|---|
De externe rentelasten over de korte en lange financiering | 392.936 | ||
De externe rentebaten over de korte en lange financiering | -/- | 24.532 | |
Saldo rentelasten en rentebaten | 368.404 | ||
Rente grondexploitaties | -/- | - | |
Rente projectfinanciering | -/- | - | |
Rente door verstrekte leningen | -/- | - | |
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | 368.404 | ||
Rente over eigen vermogen | - | ||
Rente over voorzieningen | - | ||
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 368.404 | ||
De aan taakvelden toegerekende rente (omslagrente) | -/- | 364.464 | |
Renteresultaat op het taakveld Treasury | 3.940 |
De boekwaarde van de activa die integraal is gefinancierd per 1 januari 2021 bedraagt ca. € 59 miljoen. De aan taakvelden toegerekende rente bedraagt € 0,364 miljoen.
De afwijking tussen de werkelijke rentelasten € 0,368 miljoen en de toegerekende rentelasten € 0,364 miljoen bedraagt ca. € 0,004 miljoen. De afwijking is kleiner dan 25% en voldoet daarmee aan de richtlijn van het BBV.
Schatkistbankieren
De wet verplicht alle decentrale overheden hun overtollige (liquide) middelen aan te houden bij het ministerie van Financiën, de rijksschatkist. Het woord 'overtollig' verwijst naar alle middelen die decentrale overheden niet onmiddellijk nodig hebben voor de publieke taak. De gemeente Bloemendaal mag haar overtollige middelen tot een bepaald bedrag buiten de schatkist van het Rijk aanhouden. Per 1 juli 2021 zijn de drempelbedragen naar boven bijgesteld. Het drempelbedrag voor Bloemendaal bedroeg tot 1 juli 2021 op basis van het begrotingstotaal € 403.500. Na 1 juli is het drempelbedrag bijgesteld tot € 1.076.000. Dagelijks worden de overtollige middelen in rekening-courant automatisch met het rijk verrekend. De gemeente Bloemendaal heeft in 2021 geen substantiële overtollige middelen uitgezet. Met de verplichte deelname aan het schatkistbankieren is het beleggingsrisico waaraan de gemeente wordt blootgesteld nihil. Daarentegen dient de gemeente ook weer niet over liquide te zijn omdat de rente-inkomsten uit de verplichte belegging bij het rijk marginaal zijn. De liquiditeits- en koersrisico's worden continue bewaakt in relatie tot de stand in rekening-courant bij de BNG Bank.
Een decentrale overheid behoudt, op basis van de Wet Fido, de mogelijkheid om leningen te verstrekken en uitzettingen te verrichten uit hoofde van de publieke taak. Deelname aan schatkistbankieren verandert daar niets aan.